Wodan wist waar hij zou gaan, reisde door weer en wind Langs reuzenberg en schaduwrijke dalen Naar Mimirs bron, gelegen aan de voet van Yggdrasil Waar Wodan kwam om de eeuwige wijsheid te halen Geen enkel man zou drinken uit de bron zo was het lot Slechts ene prijs zou de man belonen Wodan bood Mimir zijn oog doch zou hij beter zien Hetgeen dat is, en ons nog toe zal komen
[Keerzang:] Oneindig uw woede, uw wijsheid is groot Schenk ons de zege, de vijand de dood Geen angst om te sterven, uw volk onbevreesd De wereld zal weten dat Wodan heerst Oneindig uw woede uw wijsheid is groot Schenk mij uw kennis van leven en dood Open mijn ogen, ontketen mijn geest En ik zal dan weten dat Wodan heerst
Wodan hing in de boom, zichzelf verwond met een speer Een offer om de runenwijsheid te krijgen Geteisterd door zijn honger en dorst voor negen nachten lang Zo maakte hij zichzelf de runen eigen Het runenschrift, het magisch schrift schonk hij aan ’t Midgaardvolk Een gift aan ons die met zijn zegen strijden Nu kerven wij de runen in ons zwaard voor winst in ’t gevecht Walkuren zien wij door de hemelen rijden
Uit de hemelen staren twee raven Zij turen over ons donkere vlakke land En zij zien hoe Wodans volk ontwaakt Met Wodans zegen gaan wij ten strijde We grijpen naar het zwaard, de speer en de saks De vijand hoort hoe ons volk een strijdkreet slaakt Uit onze kelen klinken de lied’ren Zij zingen van Alvaders wijsheid en macht En wij zien hoe de oude god ontwaakt De laffe vijand die vreest onze toorn Wij vechten voor de winst en anders de dood En wij zien hoe Wodan in ons leeft
2. Het Bier Zal Weer Vloeien
Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien In ons Gelderland Op winst in de strijd Op vlees en jolijt Kom laat ons nu drinken Op ons Gelderland
Duizend duistere nachten doorstaan De diepste dalen doorkropen Eenzaamheid in ons bestaan Door nachtelijke wouden geslopen
Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien In ons Gelderland Op winst in de strijd Op vlees en jolijt Kom laat ons nu drinken Op ons Gelderland
Het koudste ijs is betreden De sterkste stromen doorwaad De grootste vijand bestreden De zwaarste storm is doorstaan
Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien In ons Gelderland Op winst in de strijd Op vlees en jolijt Kom laat ons nu drinken Op ons Gelderland
Ver weg van ons huis en haard Het land door ons zo bemind Smachtend naar ons Gelderland De zeilen staan strak in de oostenwind
Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien In ons Gelderland Op winst in de strijd Op vlees en jolijt Kom laat ons nu drinken Op ons Gelderland
Ons doel is de horizon We reizen de zon achterna Verlangend naar de geboortegrond De Rijn leidt ons nu huiswaarts
Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien Het bier zal weer vloeien In ons Gelderland Op winst in de strijd Op vlees en jolijt Kom laat ons nu drinken Op ons Gelderland
3. Vulgaris Magistralis
Ik bun Vulgaris Magistralis En ik ri-j op een mammoet in het rond
Ik kok mien potjen op een werkende vulkaan Een dinosauris nuum ik een halve haan Wodan en Donar bunt achterneef'n van mien Moar die heb ik al eeuwen niet gezien
Ik leaf alleen in de nacht In 't donker op jacht
Ik bun Vulgaris Magistralis En ik ri-j op een mammoet in 't rond Ik bun Vulgaris Magistralis En op zondag op een mastodont
Een maffe professor die had van mien geheurd En kwam op zien Solex noar de Achterhoek gescheurd Met camera's en lasso's maakt ze jacht op mien Moar mien hol is nooit ontdekt en gin mens hef mien gezien
Ik bun een woar kampioen In een echt visioen
Ik bun Vulgaris Magistralis En ik ri-j op een mammoet in 't rond Ik bun Vulgaris Magistralis En op zondag op een mastodont
Ik sluup deur de bossen van de Achterhoek Zie wilt mien strikken veur 't witte doek Bi-j nacht en ontij kom ik uut mien hol Mies Bouwman en Spielberg wilt mien in de hoofdrol
Moar zie kriegt mien niet Nee, zie kriegt mien niet Nee, zie kriegt mien nooit, nooit!
Ik bun Vulgaris Magistralis En ik ri-j op een mammoet in het rond Ik bun Vulgaris Magistralis En op zondag op een mastodont
Ik bun Normalis Archivaris En ik beitel kronieken in een rots Ik bun Normalis, as 't waar is En de vrouwtjes bewerk ik met mien knots